WILLEMSTAD – De Raad voor de Rechtshandhaving (hierna: de Raad) heeft in 2021 een onderzoek gedaan naar de procedure voor de executie van strafvonnissen in Curaçao.
Het parket is voor de executie van de gevangenisstraffen afhankelijk van de beschikbare celcapaciteit. Daarom overleggen het OM, het Korps Politie Curaçao en het SDKK regelmatig over de (beschikbare) celcapaciteit.
Tijdens detentie is het belangrijk dat de gedetineerden voorbereid worden op hun terugkeer in de samenleving, de zogenaamde resocialisatie. Het Sentro di Detenshon i Korekshon Kòrsou (SDKK) is in dit kader sinds kort gestart met een nieuw beleid langgestraften. Een uitdaging waar het SDKK in verband hiermee geconfronteerd wordt is behoefte aan specifieke opleiding. Het SDKK kampt ook met gebrek aan eigen psychologen en psychiaters, opleiding, training, een perspectiefplan en individuele begeleiding van de gedetineerden.
Het verlof met elektronisch toezicht is een executiemogelijkheid die resocialisatie mogelijk maakt en die leidt tot vermindering van de druk op het cellentekort. De veroordeelde wordt in de periode van het elektronisch toezicht begeleid door een reclasseringswerker. Nadat de periode van het elektronisch toezicht is verstreken, duurt het verlof voort of vangt de voorwaardelijke invrijheidstelling aan. Met name in gevallen waarbij een persoon een lange gevangenisstraf opgelegd heeft gekregen, duurt het verlof maximaal 12 maanden voort, alvorens de voorwaardelijke invrijheidstelling begint. Uit het onderzoek is gebleken dat de uitvoeringorganisatie Reclassering doorgaans, vanwege personeelstekort en het ontbreken van instrumenten om aan het toezicht invulling te kunnen geven, geen toezicht houdt op de naleving van de voorwaarden, wanneer de verlofperiode langer is dan de periode elektronisch toezicht.
Voor de executie van werkstraffen is het nodig dat er voldoende projectplaatsen beschikbaar zijn. Respondenten geven aan dat, vanwege de Covid pandemie, sommige projectenplaatsen zoals projecten in het kader van de bejaardenzorg alleen gevaccineerden aannemen voor het uitvoeren van werkstraf. De Raad heeft geen overzichten van de executie van leer- en werkstraffen ontvangen. Net als uit het onderzoek in 2014 is het voor het Openbaar Ministerie nog steeds niet mogelijk om met een druk op de knop het aantal wel of niet uitgevoerde taakstraffen te krijgen.
Het OM constateert dat veroordeelden vaak meerdere openstaande boetes hebben, maar naar hun eigen zeggen geen geld hebben om deze te betalen.
Wanneer een persoon zowel tot een vrijheidsstraf als tot een geldboete is veroordeeld, probeert het OM al tijdens de executie van de vrijheidsstraf vast te stellen of de geldboete –eventueel via een incassotraject– geïnd kan worden.
Uit het jaarverslag 2014 van het Parket in eerste aanleg Curaçao volgt dat de betaling van schadevergoeding door de veroordeelden moeizaam verliep. De Raad constateert dat de jaarverslagen van de daaropvolgende jaren geen informatie betreffende betaling van schadevergoeding aan benadeelde partijen bevat. Er ontbreekt informatie over vonnissen waarin schadevergoeding is opgelegd alsmede informatie omtrent daadwerkelijk geïnde en uitgekeerde vergoedingen. Het OM heeft de Raad te kennen gegeven dat het van de veroordeelden weinig geld kan innen omdat de veroordeelden de opgelegde schadevergoeding niet kunnen of willen betalen.
Reeds in het onderzoek uit 2014 heeft de Raad geconstateerd dat er geen richtlijnen voor de uitvoering van de maatregel plaatsing in een psychiatrische inrichting zijn opgesteld. Dit geldt nog steeds.
Evenals in zijn onderzoek uit 2014 constateert de Raad in dit onderzoek dat de maatregel terbeschikkingstelling zelden wordt opgelegd omdat er nog steeds geen tbs-kliniek is in Curaçao. Deze maatregel kan ook niet in Nederland worden tenuitvoergelegd omdat, zo geven respondenten aan, Nederland niet bereid is om tbs- veroordeelden van Curaçao over te nemen.
Het volledige inspectierapport is digitaal beschikbaar op www.raadrechtshandhaving.com